Klasgenoten David Min en Derry John Murkin

18 september 2025

Afgelopen zondag al te lezen in FC Today

Ze zaten naast elkaar in de klas, werden kampioen met Fortuna Wormerveer en trapten lol tijdens een gezamenlijke stage. Jaren later delen David Min (26) en Derry John Murkin (26) opnieuw de kleedkamer. Een verhaal over warme chocolademelk in de amateurkantine en de ideale connectie.

Maandagochtend, het FC Utrecht Topsportcentrum in Overvecht. Nog dertig minuten tot de start van de ochtendtraining. Een deel van de FC Utrecht-selectie heeft zich verzameld in de grootste ruimte van het hypermoderne trainingscomplex. Dit is de plek om te eten én te ontspannen. Waar Vasilis Barkas geniet van een kop koffie, praten Yoann Cathline en Alonzo Engwanda over het voorbije weekend. De sfeer is rustig, bedeesd. Precies wat je verwacht op een lome maandagochtend.

Maar hoe anders is dat aan de andere kant van de zaal. Bij de pooltafel wordt hardop gelachen en gedold. Zoals wel vaker zijn de hoofdrolspelers David Min en Derry John Murkin. Steeds vaker treden ze als duo op. En dan is de lach nooit ver weg. Ook vandaag niet.

Murkin: “Waarom we zoveel samen poolen? David heeft gewoon weinig vrienden gemaakt het afgelopen jaar.”
Min: “Ik moet hem dat spelletje een beetje leren.”
Murkin: “Dat is je rol als je de oudste van de twee bent.”

Stage
De grap valt. Min is net een maand ouder dan de man naast zich. En dat weten ze allebei. De twee hebben immers een lange geschiedenis samen.

Min: “In de E’tjes speelden we al tegen elkaar. Derry zat bij mijn neefje in het team. We hadden gezamenlijke vrienden. Ik speelde bij Fortuna, hij bij Kooger Football Club. We kenden elkaar dus al. Maar toen we een jaar of veertien waren, kwamen we bij elkaar in de klas én in het voetbalelftal. Later hebben we ook nog samen het CIOS gedaan.”
Murkin: “Hij woonde in Wormerveer, ik in Zaandijk. Allemaal Zaanstad. Ik als rechtsbuiten, jij als linksbuiten. In het derde jaar van de middelbare school (Trias, red.) kwamen we bij elkaar in de klas. In dat jaar ben ik ook mee gaan trainen met Davids team.”
Min: “Toen hadden we een aardig ploegje. Hij rechtsbuiten, ik linksbuiten.”

Wie scoorde er het meest?
Murkin: “Ik, uiteraard.”
Min: “Hij maakte ze in die tijd wel makkelijk inderdaad. Ik wilde alles vanuit de combinatie doen. Hij rende en schoot. Ik wilde het te mooi doen.”
Murkin: “Dat wil hij nog steeds.”

Weer die lach. De twee slaan elkaar haast broederlijk op de schouder. Voetbal was al op jonge leeftijd hun gemeenschappelijke binding. Maar of ze als tieners dachten ooit het profvoetbal te halen?

Murkin: “Op een dag werden we samen uitgenodigd voor een stage bij sc Heerenveen. Daar hebben we toen twee keer meegetraind.”
Min: “Ik vond dat ik best lekker trainde.”
Murkin: “Het ging wel. Ik weet het niet precies meer. Op een gegeven moment zei iemand: ‘Je bent niet aangenomen.’ De rest van het gesprek weet ik niet meer.”
Murkin: “We werden ook kampioen samen in de jeugd. Het was niet dat je in die periode dacht: hij of hij wordt profvoetballer. We droomden er allemaal wel van, maar we deden gewoon wat we leuk vonden. Voetballen, voetballen.”
Min: “Je voetbalt gewoon voor je plezier. Je ging niet naar het pleintje met het idee: ik ga nu trainen om prof te worden.”

Jullie kwamen bij elkaar in de klas terecht. Ben je dan ook automatisch vrienden?
Murkin: “Nee joh. Ik zat helemaal links in de klas en David rechts,” grapt hij. “Nee, als je op die leeftijd allebei gek bent van voetbal en ook nog bij elkaar in het team zit, dan word je vanzelf vrienden.”
Min: “Buiten school om deden we ook veel samen. Voetballen op pleintjes, ontspannen. Het mooiste was misschien wel de stage.”
Murkin: “Ja, bij Fortuna! Liepen we naar de supermarkt. Haalden we koeken en chocolademelk. Gingen we dat opwarmen daar. Daar keken we naar uit.”
Min: “We moesten het archief bijhouden van Fortuna Wormerveer. Maar het enige wat we deden, was voetballen en FIFA spelen.”
Murkin: “We kregen de sleutels van de kantine. Dan pakten we meteen een bal.”
Min: “Weet je nog dat die mentor langskwam?”
Murkin: “Haha, ja! Na afloop moesten we een presentatie geven aan de klas over wat we hadden gedaan. Na twee minuten had ik niks meer te vertellen.”

Droomden jullie ervan om ooit samen profvoetbal te spelen?
Min: “Niet hardop. Natuurlijk zei je weleens tegen elkaar dat het heel gaaf zou zijn als het zou lukken. Maar dat was meer dromen. Derry ging op een gegeven moment naar FC Volendam, ik ging twee jaar later pas naar RKC Waalwijk. Dan speel je nog op een niveau dat het mogelijk is om ooit samen te komen.”
Murkin: “Je hebt allebei je eigen carrière. Natuurlijk volg je elkaar wel.”
Min: “Jij hebt het goed gedaan. Eerst FC Volendam. Onder Wim Jonk speelde je veel, je was een jaar of negentien. Daarna die mooie stap naar Schalke 04.”
Murkin: “Toen jij aan Telstar werd verhuurd, ben ik nog bij je wedstrijden komen kijken. Als David speelde, zette ik toch even de televisie aan. Dat doe je bij andere vrienden ook.”

Nu spelen jullie opnieuw samen. David, heb jij nog een rol gespeeld in de transfer van Derry John naar FC Utrecht?
Murkin: “Hij zei meteen: je moet komen!”
Min: “Geen twijfel. Het is speciaal om weer samen te zijn.”
Murkin: “Ik wilde sowieso naar FC Utrecht komen, maar het hielp mee dat ik David al kende. Ook wist ik dat Mike Eerdhuijzen, ook een bekende, misschien zou komen. Dat is gewoon lekker. Toen ik van FC Volendam naar Schalke ging, kende ik niemand. Dat is heel anders binnenkomen. Al heeft het wel even geduurd deze zomer. Dan kreeg ik weer een appje van David: ‘Schiet het al op?’”
Min: “Het kan extreem lang duren met een transfer. Ik maar steeds appjes sturen: ‘Waar blijf je nou? Wat duurt het lang?’ Begin deze vakantie ging het heel snel. Binnen twee dagen was het opeens: morgen ga ik tekenen.”

Er is wel wat veranderd. Destijds waren jullie vleugelspitsen.
Murkin: “Hij was vroeger niet zo lang. Hij was net zo lang als ik.”
Min: “Ik was echt een kleintje, een jonkie.”
Murkin: “Hij heeft echt een gekke groeispurt gehad.”
Min: “Op een zeker moment was ik een middenvelder. Een nummer tien, linkshalf. Ik was klein, had een piepstemmetje. Pas later ben ik spits geworden.”
Murkin: “Mijn verhaal is bekend. Ik was buitenspeler, maar ben vleugelverdediger geworden. Het voordeel is dat verdedigers tegenwoordig veel meer mogen.”

Jij (Derry John, red.) hebt een heerlijke voorzet, jij bent spits. Dan is de optelsom snel gemaakt.
Min: “Hij heeft me al één lekker balletje gegeven. Dat was een opwarmertje voor de komende wedstrijden.”
Murkin: “Daar hebben we het al wel over gehad.”
Min: “Het tandem Derry-David. Dat hij die ballen op mijn pan legt.”
Murkin: “Dan kunnen er mooie dingen gebeuren.”
Min: “Zeker met Derry. Hij heeft echt die Engelse drive. Hij blijft maar als een buffel langs de lijn gaan. Dat had hij vroeger ook al. Dan gaf je hem als rechtsbuiten de bal en bleef hij maar rennen.”
Murkin: “We gaan elkaar helpen. Maar ik heb ook mijn laatste doelpunt nog niet gemaakt.”
Min: “Maar ik maak er meer…”

Murkin schiet wederom in de lach. “Dat is mooi aan David. Die kan je makkelijk triggeren. Je ziet meteen dat fanatisme in zijn ogen. Hij wil altijd winnen.”
Min: “En daarom pool ik ook met jou...”