“Dit is uw gezagvoerder. Welkom op vlucht HV7011 naar Basel. De vliegtijd is net onder het uur. Kort voor de landing kom ik bij u terug met actuele informatie. Ik wens u een aangenaam verblijf aan boord.”
Woensdagochtend, Rotterdam. Na een welkome interlandbreak en een goede overwinning op FC Volendam, vervolgt FC Utrecht het Europese avontuur in Duitsland. Donderdagavond is SC Freiburg de tegenstander.
Tot grote tevredenheid van de gezagvoerder zit de Utrechtse delegatie keurig bijtijds in de groen-witte charter. Bij het gezelschap een verloren zoon: iemand die zeer geliefd is bij fans én medespelers, maar al sinds het tweeluik met Servette FC geblesseerd moest toekijken — Yoann Cathline. Souffian El Karouani kondigde voor de camera’s van FC Utrecht Media al aan: “Hier is Yoann, de man die bijna weer terug is.”
Vandaag sluit hij officieel weer aan. De flankflitser neemt plaats voorin het vliegtuig en zegt vooral dankbaar te zijn. “Ik heb jullie gemist.”
En wij Yoann.
Basel
De gezagvoerder had niet gelogen: binnen een uur is de selectie op bestemming. Het is leuk om te zien hoe iedereen het uurtje doodt. Halverwege het toestel werken Grootaandeelhouder Frans van Seumeren en RvC-lid Kees Jansma zich door de ochtendkranten heen. Verder naar voren zitten de spelers, die vandaag veelal een serie kijken of muziek luisteren. Op de voorste rij wordt zichtbaar geamuseerd gesproken door Hoofdtrainer Ron Jans en Technisch Directeur Jordy Zuidam. Twee mannen die niet uitgepraat raken (over voetbal).
Utrecht neemt het donderdagavond op in het Europa-Park Stadion in Freiburg im Breisgau. Dat ligt in Duitsland, in de deelstaat Baden-Württemberg. Toch zet het vliegtuig koers richting Basel, Zwitserland.
Even na het middaguur kust het toestel de Zwitserse grond. Hier wordt de selectie per bus naar de Duitse studentenstad vervoerd. Dat geeft de spelers ruimte om wat bij te praten en uit te rusten, én de technische staf de kans zich verder voor te bereiden. De tegenstander van donderdagavond is uitgebreid geanalyseerd en het strijdplan is bekend. Maar in deze periode met zoveel (top)wedstrijden valt er altijd wel iets te bespreken. Zoals de assistenten vanmorgen grappend opmerken: “Bij ons thuis is er altijd wel een groen analyses-scherm te zien.”
Duits
De bus brengt de spelers keurig naar het hotel. Daar begint de voorbereiding: de lunch, wat oefeningen, bezoeken aan de fysio’s en de wedstrijdvoorbereiding. Aan het begin van de avond vertrekt de ploeg vervolgens naar het Europa-Park Stadion, waar getraind wordt.
Bij elke Europese wedstrijd is er wel een haakje te verzinnen. Een simpel voorbeeld: Miguel Rodríguez heeft al aardig wat extra kaarten aangevraagd voor het duel in Sevilla. Familie, vrienden — iedereen wil erbij zijn. Voor Can Bozdogan is het bijzonder om terug te keren in Duitsland, net als voor de Utrecht-spelers die eerder in de Bundesliga actief waren.
Maar hoe is dat eigenlijk voor Jans? De Hoofdtrainer keek enorm uit naar de Europese campagne, maar is een bezoek aan Duitsland voor hem meer bijzonder dan bijvoorbeeld Bergen?
“Het gaat in de basis om het sportieve, om de resultaten. Dat is waarom we dit allemaal doen. In die zin maakt het niet uit waar we spelen,” begint de trainer. “Maar tegelijkertijd is het ook een kans om meer van de wereld te zien. Dat zeg ik ook tegen mijn vrouw, die overal bij is geweest: ‘Deze kunnen we weer afvinken.’ Het is toch leuk om in landen te komen waar je nog nooit bent geweest. Ik was benieuwd hoe Moldavië was, Bosnië.”
“De entourage qua stadions is ook steeds groter geworden. Met de tweede helft tegen Brann waren we niet zo tevreden, maar de sfeer was wel indrukwekkend. We hebben daar getraind op de velden van Brann tussen de bergen. Elke herinnering is er eentje extra — en nu komt er eentje bij.”
Waarom we juist nu deze vraag aan Jans stellen, is omdat hij in het verleden leraar Duits is geweest. Elf jaar lang doceerde hij Duits aan het Maartenscollege. Dat hield Jans vol totdat hij proftrainer kon worden.
“Ik heb een lange aanloop gehad naar mijn trainersloopbaan, een soort hink-stap-sprong. Ik ben negen jaar werkzaam geweest in het amateurvoetbal. Dat gaat tegenwoordig wel wat anders. Toen ik profvoetballer werd, waren het nog semiprofs. Ik combineerde de lerarenopleiding met profvoetbal. Ik moest elke dag met de trein van Zwolle naar Leeuwarden. Daar heb ik zes jaar over gedaan. Dat was mijn leven: school en vooral voetbal. Dat diploma had ik al toen ik stopte als voetballer.”
Jans was bevoegd om geschiedenis en Duits te doceren. “Ja, dan moet je solliciteren. Vervolgens ben ik elf jaar lang parttime leraar Duits geweest. Sommigen zeggen dat ik uit het onderwijs kom. Dat bestrijd ik dan altijd. Dan zeg ik: ‘Nee, ik ben een voetballer die in het onderwijs terecht is gekomen en daarna is teruggekeerd.’”
Het zorgt ervoor dat Jans zich deze dagen nóg makkelijker dan normaal door de stad, het hotel en het stadion beweegt. De trainer leest en spreekt vloeiend Duits. In die zin is de cirkel rond. De trainer glimlacht.
“Zoals ik al zei: elke wedstrijd is bijzonder, ook deze. Maar het gaat om het resultaat. Toen we ons kwalificeerden, heb ik gezegd dat de focus niet moet liggen op het doorkomen naar de volgende ronde. Dat zien we wel als we wat meer wedstrijden hebben gespeeld. We wilden elke wedstrijd competitief zijn. Dat is tot nu toe gelukt. Maar we hadden eigenlijk twee gespeeld, twee punten moeten hebben — en die hebben we niet.”
“Nu willen we ons meten met Freiburg. En als we goed zijn dan kan dat zeker.”