“Speak English. Come on, guys. Speak English.” Sébastien Haller, Alonzo Engwanda én Yoann Cathline schieten in de lach. Gjivai Zechiël doet nog één laatste poging. “Anders ga ik verder in het Nederlands.”

Weer die lach. Het is de vrijdagmiddag voor het duel met NEC. De selectie is net klaar met de lunch op het FC Utrecht Topsportcentrum in Overvecht. Achterin zit een groep met onder meer Mike van der Hoorn, Siebe Horemans en Nick Viergever te kaarten. Voorin wordt geamuseerd gesproken.

Kleedkamerhumor waarbij de Franstaligen, als het net even té gezellig wordt, snel schakelen naar français. “Gjivai moet gewoon Frans leren praten,” vertelt Cathline even later als we in een meetingruimte zijn gaan zitten. “Nee, grapje. We hebben gewoon lol met elkaar. Natuurlijk zoeken wij Franstaligen elkaar wat vaker op, maar ik kan eigenlijk met alle jongens in de groep goed overweg. Dat is mijn karakter, maar het komt ook door de taal. Toen ik bij FC Utrecht kwam, was mijn Engels nog niet zo goed. Nu kan ik me aardig verstaanbaar maken. Deze zomer ben ik zelfs begonnen aan Nederlands! Ik gebruik de Duolingo-app op mijn telefoon. Ik kan het al aardig verstaan, maar als jullie snel gaan praten, ben ik het spoor bijster. En eerlijk is eerlijk; de laatste weken heb ik dat een beetje laten versloffen.”

Blessure
Het interview gaat dan ook verder in het Engels. Die laatste weken had Cathline andere zaken aan zijn hoofd. Het betrof de laatste fase van zijn revalidatie. Zijn laatste officiële optreden was op 7 augustus, uit tegen Servette FC in Zwitserland. Een beenblessure hield hem vervolgens ruim twee maanden aan de kant. Terwijl het elftal zich plaatste voor Europees voetbal en van start ging in de competitie, zat rasvoetballer Cathline eenzaam in de gym. Een lastige periode. “Elke voetballer wil maar één ding, en dat is spelen. Zeker iemand zoals ik. Maar dit seizoen was speciaal. We waren vierde geworden, gingen vol voor plaatsing voor de groepsfase van de UEFA Europa League. Daar wil je bij zijn, het verschil maken. Ik zou liegen als ik zou zeggen dat die periode niet lastig was.”

Vrijwel dagelijks kwamen we hem tegen in Overvecht. Dan lag hij weer op een matje. Planken werd zijn belangrijkste bezigheid. “Haha, ik ben dan ook wel wat sterker geworden. Dat was niet mijn intentie, maar het is mooi meegenomen,” klinkt het geamuseerd. Vervolgens klinkt het wat serieuzer. “De laatste twee maanden waren lastig. Het enige wat je als voetballer wilt, is op dat veld staan. Een blessure is fysiek lastig, maar vooral ook mentaal. Het is de teleurstelling én het herstel. Elke dag ziet er hetzelfde uit: weer die gym. Vanuit het raam zie je je medespelers, je vrienden, doen wat je zelf het allerleukste vindt. In die eerste weken is een goede vriend uit Frankrijk bij me komen wonen. Ik beschouw hem als mijn broer. Door zijn aanwezigheid kon ik soms ook gewoon even mijn blessure vergeten. Het is stiekem best goed om soms even niet over voetbal te praten… De laatste drie weken ben ik weer alleen. Daar ga ik stiekem óók heel goed op. Dan kan ik me in alle rust voorbereiden op de wedstrijden die gaan komen.”

AZ
Opeens was hij terug. Liep hij op een woensdagochtend op Rotterdam The Hague Airport met bestemming Freiburg. Hoofdtrainer Ron Jans liet al snel doorschemeren dat de 23-jarige aanvaller uit Champigny-sur-Marne in principe niet zou invallen. Toch zat Cathline weer bij de groep. Drie dagen na de wedstrijd in de UEFA Europa League mocht hij invallen tegen AZ. FC Utrecht verloor met 4-1, maar de invalbeurt van Cathline maakte indruk. Zijn acties waren dreigend, verrassend. Alsof hij nooit was weggeweest. Haast verlegen neemt hij de complimenten in ontvangst. “Dat was voor mij een extreem belangrijk moment,” legt de Fransman uit. “Al die maanden droom je ervan weer op het veld te staan, een échte wedstrijd te spelen. Het moment dat je daar weer binnen de lijnen stapt, zeg je eigenlijk: ‘Nu hoor ik er echt weer bij.’”

Wat opviel in Alkmaar was de manier waarop Cathline zich profileerde. Het zou helemaal niet gek zijn om kort na zo’n blessure iets voorzichtiger het veld in te stappen. Even je been terugtrekken of een actie laten lopen. Maar Cathline dribbelde er direct alweer vrolijk op los. Dat heeft twee redenen. “Allereerst ben ik gelovig. Ik geloof in God en weet dat alles met een reden gebeurt. Dat geldt ook voor mijn blessure, maar ook voor het feit dat ik op dat moment binnen de lijnen kwam. Op dat moment vertrouw ik op mezelf en op God,” klinkt het. “Daarnaast begin ik mijn lichaam steeds beter te kennen. Je moet pas terugkomen als het écht goed voelt. Misschien heb ik wel iets langer gewacht dan daadwerkelijk nodig was. Maar het moet goed voelen op het veld, tijdens de training. In die week werd ik weer helemaal vrij in mijn hoofd. Je kent mijn manier van voetballen: avontuurlijk, vooruit. Dat brengt risico’s met zich mee. Maar dat heb ik altijd zo gedaan. Ik voetbal als dat jongetje op de pleintjes en ik hoop dat de rest van mijn leven te kunnen doen.”

Even tuurt de aanvaller naar buiten. “Weet je, dat is misschien wel de belangrijkste les die ik de laatste jaren heb geleerd. Ik heb bij verschillende clubs te weinig gespeeld. Dan zit je op de bank. Nu speel ik in Nederland. Ik ben geweldig goed opgevangen en heb het enorm naar mijn zin. Tegelijkertijd is dit niet mijn thuis. Dat is Frankrijk, Parijs. Dat is het moment dat ik mijn vader en moeder in de armen vlieg. Ik heb veel opgegeven om te mogen doen wat ik het liefste doe. Het enige wat ik van mezelf verlang, is dat ik geniet.”

Ajax
Wat dat aangaat valt Cathline met zijn neus in de boter. Hij keert terug in een periode met veel thuiswedstrijden en prachtige affiches. Porto-thuis kan zijn eerste Europese groepswedstrijd worden, iets waar hij als klein jongetje al van droomde. En dan is het vervolgens Ajax-thuis. Cathline mag dan pas 23 jaar oud zijn en ruim dertig wedstrijden in het shirt van FC Utrecht hebben gespeeld, hij weet precies hoe het duel leeft in de Domstad.

“Dit zijn grote wedstrijden en daar houd ik van. Jezelf laten zien op het hoogste niveau en meten met de beste tegenstanders. Die wedstrijden hebben altijd iets extra’s. En zeker Ajax. Vorig jaar heb ik twee keer tegen ze gespeeld. Vier punten. Vooral die thuiswedstrijd (4-0) zal niemand snel vergeten. Ik weet hoe deze wedstrijd leeft bij de supporters, maar zo leeft hij ook in de kleedkamer. Geloof me. Ik versta inmiddels goed genoeg Nederlands om dat door te hebben.”

Een goede week later. Na de overwinning op NEC (1-0) speelt FC Utrecht gelijk tegen FC Porto (1-1). Cathline valt in en debuteert in de groepsfase van de UEFA Europa League. In de aanloop naar Ajax-thuis wordt hij ziek. Hoofdtrainer Ron Jans was voornemens hem te laten starten, maar de aanvaller moet het doen met een invalbeurt. Het resultaat: een 2-1 overwinning. In de catacombe van Stadion Galgenwaard geeft hij een hand. “Ik ben weer helemaal terug.”