Zo keerde Sébastien Haller terug in de nationale selectie van Ivoorkust. Voor hem en Les Éléphants de taak om hun eerste plek in Groep F van de Afrikaanse WK-kwalificatie te verdedigen. Dat lukte de Ivorianen, en een bijzondere hoofdrol was daarbij weggelegd voor Haller. Met een assist op Evann Guessand was hij medeverantwoordelijk voor het enige doelpunt van de wedstrijd tegen Burundi. In de wedstrijd tegen Gambia wist Haller zelfs persoonlijk het net te vinden en bezorgde hij Ivoorkust de drie punten (1-0). Met zestien punten uit zes wedstrijden blijft Ivoorkust daardoor koploper en zijn de kansen op deelname aan het WK 2026 vergroot.

Zidane Iqbal speelde met de Irakese equipe ook twee kwalificatiewedstrijden in de strijd voor het WK van 2026 in Canada, de Verenigde Staten en Mexico. In de eerste wedstrijd tegen Koeweit kwam de middenvelder van FC Utrecht 84 minuten in actie. Dat treffen eindigde in 2-2. Gisteren (dinsdag) werd een 2-1 nederlaag geleden tegen Palestina, waarbij Iqbal niet in actie kwam. Momenteel bezet Irak de derde plek in Groep B van de Aziatische kwalificatie. De nummers één en twee gaan aan het einde van de rit rechtstreeks naar het WK, de nummers drie en vier gaan door naar de vierde fase van het kwalificatietoernooi.

Jong Oranje speelde deze interlandperiode twee vriendschappelijke wedstrijden, tegen respectievelijk Jong Italië en Jong Roemenië. Noah Ohio kwam tegen de Italianen zeventien minuten voor tijd in het veld voor Emanuel Emegha. De talenten van Nederland wonnen dat duel met 1-2 dankzij goals van Kian Fitz-Jim en Max Bruns. De Roemenen werden vier dagen later met 0-2 verslagen, en in die wedstrijd speelde Ohio de volle negentig minuten. Luciano Valente en Thom van Bergen scoorden.

Voor Jong Denemarken, met Oscar Fraulo, stonden er eveneens twee oefenwedstrijden op het programma. Er werd twee keer gelijkgespeeld, tegen Jong Polen en Jong Italië. Fraulo speelde zestig minuten in het 3-3 gelijkspel tegen de Polen en kwam als wissel nog vier minuten in actie tegen de Azzurri (1-1).

Ivar Jenner reisde afgelopen week letterlijk af naar de andere kant van de wereld. In het Australische Sydney speelde hij met Indonesië de eerste kwalificatiewedstrijd onder leiding van de nieuwe bondscoach Patrick Kluivert. Jenner speelde ruim tien minuten, maar de Indonesiërs gingen met 5-1 onderuit. Vijf dagen later moest er in het eigen Gelora Bung Karno Stadion in Jakarta orde op zaken worden gesteld om de WK-kwalificatiekansen in leven te houden. Dat gebeurde: Bahrein werd met 1-0 verslagen door een doelpunt van oud-FC Utrecht-speler Ole Romeny. Jenner speelde in die wedstrijd ruim een half uur.

In het Centenary Stadion op Malta kwam Tony Varjund in actie voor Jong Estland. Hij speelde bijna een uur in de met 1-1 gelijkgespeelde wedstrijd tegen Jong Malta. Voor de Esten betrof het een vriendschappelijke wedstrijd ter voorbereiding op de EK-kwalificatiewedstrijden later dit jaar.

Maximos Lompas speelde met Griekenland Onder 17 drie kwalificatiewedstrijden voor het EK Onder 17. Lompas speelde tien minuten in het laatste duel, dat met 3-1 werd verloren van Denemarken Onder 17. Wel wonnen de Grieken met 3-1 van de leeftijdsgenoten van Finland. Daarnaast werd er met 1-5 verloren van Frankrijk Onder 17, dat zich daarmee kwalificeerde voor het EK.

Voor datzelfde kwalificatietoernooi kwamen Jaygo van Ommeren en Noël Beulens in actie met Oranje Onder 17. De ploeg van bondscoach Peter van den Berg verloor de eerste twee wedstrijden van Portugal Onder 17 (3-1) en Servië Onder 17 (0-1). Van Ommeren speelde in beide wedstrijden de volle negentig minuten, terwijl Beulens niet in actie kwam. Tegen Hongarije Onder 17 pakte Oranje een punt. Van Ommeren speelde een uur, en Beulens kwam in de slotfase nog in de ploeg. Helaas betekenden deze resultaten degradatie naar de B-league voor Oranje Onder 17.

Viggo Plantinga speelde met Oranje Onder 18 oefeninterlands tegen de leeftijdsgenoten van Denemarken en Duitsland. Tegen de Denen werd met 1-0 gewonnen, terwijl dezelfde einduitslag op het scorebord stond tegen Duitsland, maar helaas niet in het voordeel van Nederland. Plantinga speelde 45 minuten in de eerste wedstrijd en 23 minuten in het tweede duel.