Frans van Seumeren: ‘De revanchegevoelens in Mostar zaten bij mij heel diep’

1 uur geleden

Frans van Seumeren blikt terug op 2025

Met een vierde plaats, een puntenrecord én een plek in de groepsfase van de UEFA Europa League was 2025 een bijzonder jaar voor FC Utrecht. Samen met Grootaandeelhouder Frans van Seumeren blikken we terug op de 4-0 overwinning op Ajax, een bezoek aan de grootste wijnkelder ter wereld én revanche in Mostar. “Het was een geweldig jaar.”

Een dinsdagmiddag in Harmelen. In het FC Utrecht-dorp aan de Oude Rijn zit Frans van Seumeren in een comfortabele stoel bij het raam. Hij kijkt naar buiten. Het is de tijd van het jaar waarin de meteorologische herfst en naderende winter vechten om erkenning. Terwijl de bladeren vallen, trekken de vogels naar het zuiden. De grote raampartijen hier in de woonkamer nodigen uit om heel de middag naar buiten te staren. “Hier kom ik tot rust”, zo begint de Grootaandeelhouder van FC Utrecht. Al snel blijkt dat hij en zijn vrouw Gonnie bijna elk voorbij rennend diertje bij naam kennen. Alsof ze heel de dag niks anders doen dan vogels spotten. Van Seumeren lacht. “Echt niet! Daar moet je geduld voor hebben, oud voor zijn. Misschien heb ik de leeftijd wel, maar ik ben nog lang niet klaar voor de geraniums.”

Dit jaar bereikte hij een bijzondere mijlpaal: Van Seumeren vierde zijn 75e verjaardag. Voor generatiegenoten een moment om het wat rustiger aan te doen, maar de man naast ons staat nog midden in het leven. Hij noemt het zelf levenslust. Het liefste reist hij met Gonnie, die ook vandaag weer de perfecte gastvrouw blijkt, de wereld over. Daarnaast is hij zakelijk nog bovengemiddeld actief én heeft hij FC Utrecht. Zijn FC Utrecht. De club die hij in 2008 redde van de ondergang en waar hij nog altijd ruim vijftig procent van de aandelen van bezit. Als eerder op de middag voor het eerst de naam FC Utrecht valt, denken we een twinkeling in zijn ogen te zien. “Dat klopt. Ik beschouw het als mijn kindje”, klinkt het oprecht. “Van al mijn bedrijven die ik heb, is dit mijn liefste kindje van de klas. Maar ook de moeilijkste.”

Een bulderlach volgt. Weinig mensen die zo mooi kunnen lachen als Van Seumeren. Het is een grap met een serieuze ondertoon. FC Utrecht groeit, maar is nog lang niet uitgeleerd. Er wachten nog een paar stevige uitdagingen. Die zijn aan de tweekoppige directie, in wie de ondernemer ontegenzeggelijk veel vertrouwen zegt te hebben. Zelf acteert hij op de achtergrond. Er gaat geen dag voorbij of hij is in de weer met die club aan het Herculesplein. Wedstrijden bezoeken, avonden voor het goede doel en talloze belletjes. Op een dag kan hij met collega-aandeelhouders, de directie maar ook drie supporters van de Bunnikside bellen. Van Seumeren is de spil van FC Utrecht; een klankbord én het cement. “Deze club houdt me al zeventien jaar elke dag bezig. En ik zou niet zonder kunnen.”

Historisch
We zijn naar de gemeente Woerden gekomen met een missie. Ons verzoek was om met de Grootaandeelhouder terug te blikken op het jaar 2025. Wekelijks horen en lezen we wat pakweg Hoofdtrainer Ron Jans of aanvoerder Nick Viergever denkt over de prestaties van de club. Maar hoe is dat voor een supporter met meer dan vijftig procent van de aandelen?

“Ik beleef de wedstrijden nog net zo intensief als tien jaar geleden”, vertelt Van Seumeren. “Ik probeer wel wat rustiger te zijn tijdens de wedstrijden, maar dat lukt me niet goed. Ik trap elke keer weer in dezelfde val. Dan krijg ik het van Gonnie wel te horen, dat ik te emotioneel ben, ha ha. Op je 75e verander je niet meer. Weet je wat mijn grootste manco is? Ik ben een ontzettend slechte verliezer. Altijd al geweest. Vroeger, toen ik zelf nog voetbalde, kwam mijn eigen vader niet eens meer kijken. Die wist dat ik over de scheef zou gaan. Ik deed alles voor de winst. Als we nu met FC Utrecht verliezen, dan heb ik daar last van, ben ik niet te genieten. De volgende ochtend word ik eerder én met een kater wakker. Ik hoor wel eens mensen zeggen dat je moet leren verliezen. Die hoop heb ik wel opgegeven. Het went nooit.”

In dat opzicht was 2025 een goed jaar. FC Utrecht eindigde het seizoen 2024/2025 als vierde in de Eredivisie en won vaker dan het verloor. Het kalenderjaar begon op 12 januari met een overwinning bij Feyenoord. Weer zien we die twinkeling in beide ogen. “Een vliegende start. Feyenoord-uit. De eerste wedstrijd van Haller. Ik zie nog dat duel voor me, met Trauner volgens mij. Cathline de diepte in, Aaronson met de 0-2. Je mag best weten: dan zit je wel heel lekker op de tribune. We waren als derde de winterstop ingegaan. Na die overwinning in Rotterdam hoopte ik stiekem dat we als derde zouden kunnen eindigen. Maar die vierde plek was geweldig. Historisch.”

Dat laatste is geen loze kreet, maar onderbouwt hij met cijfers. Van Seumeren blijkt een eigen puntentheorie te hebben. Al jaren is het puntenaantal van 34 heilig in de VriendenLoterij Eredivisie. Laagvliegers weten: bij 34 punten of meer ben je veilig. Van Seumeren zweert bij 51 punten. “Dat is mijn rekensom. Wij moeten op basis van onze begroting gemiddeld anderhalf punt per wedstrijd halen. Hoe ik bij die rekensom kom? Ervaring. FC Utrecht mag niet minder dan 51 punten halen. Dan hebben we ondergepresteerd. Meestal gaat het goed. Maar eindig je op 64 punten, dan heb je echt een historische prestatie geleverd.”

Bij een uniek jaar horen unieke duels. De start op bezoek bij Feyenoord was er eentje voor in de boeken. Als we vragen naar het mooiste duel van 2025 komt Van Seumeren uit bij Ajax-thuis. De recente 2-1 in een kolkend Stadion Galgenwaard was mooi, maar de 4-0 een paar maanden eerder was er één voor de eeuwigheid. “Je hoeft toch niet te vragen wat de mooiste was? 4-0 tegen Ajax. Wat ik me vooral herinner is dat we maar bleven scoren. Meestal neemt een ploeg gas terug na 2-0. Wij gingen maar door. Bij de 4-0 dacht ik: Dit kan toch niet waar zijn?”

Revanche
Toch was het echt zo. De vierde plaats in de VriendenLoterij Eredivisie gaf recht op een plek in de tweede voorronde van de UEFA Europa League. Frans en Gonnie waren vervolgens overal bij. “Onze vakanties passen we aan op het voetbal. Als je vervolgens Europees voetbal haalt, wil je het ook meemaken.”

De voorrondes brachten FC Utrecht naar Moldavië, Zwitserland en Bosnië en Herzegovina. Voor de man die onder meer naar de Noordkaap fietste, de Trans-Siberië Express deed en zowel de noord- als zuidpool bezocht, kent onze aarde maar weinig geheimen. Toch was Van Seumeren in één land nog nooit geweest. “Moldavië. Het was een mooi land. Op weg naar het stadion zaten we veel in de bus. Veel natuur, groen, heuvels. We zijn daar ook nog naar een giga wijnkelder geweest. 120 kilometer tunnel onder de grond. Op honderd meter diepte lag de grootste wijnkelder ter wereld. Daar lagen wel anderhalf miljoen flessen wijn. Dat maak je ook weer eens mee.”

Het avontuur begon in Nisporeni, op een veredeld amateurcomplex. “Dat was natuurlijk een stadion van niks. Gelukkig hadden we daar al wat ervaring mee met andere Europese voorrondes. Het enige wat je bij dat soort wedstrijden telt is de overwinning. Ik herinner me nog die sintelbaan in Nisporeni. Na een doelpunt juichen met onze supporters. Dat is trouwens wel uniek, hè? Overal heb je ze weer gezien. Dat is typisch FC Utrecht. Toen we tegen Liverpool speelden, nam Utrecht de stad over. Dat zie je nu weer gebeuren. Mensen die hun complete spaarrekening kapotslaan om hun cluppie achterna te reizen. Ik vind het geweldig!”

FC Sheriff Tiraspol en Servette FC werden uitgeschakeld. In de laatste voorronde wachtte met Zrinjski Mostar een oude bekende. Het trauma van de uitschakeling jaren eerder zat kennelijk nog diep. In de rust van het heenduel in Mostar kwamen we de Grootaandeelhouder toevallig tegen in de catacombe van het stadion. Hij maakte een nerveuze indruk. “Stadion? Noem jij dat een stadion? Het was een tribune”, grapt Van Seumeren. Destijds was hij er ondanks een 1-0 voorsprong nog niet gerust op. “Mostar zat best diep. Ik was er in 2019 zó ziek van, dat kan je niet geloven. Ik heb het niet uitgesproken, maar die revanchegevoelens zaten bij mij heel diep. Dit keer ging het gelukkig veel beter. Dat zat ’m vooral in de voorbereiding. Misschien dat we het destijds niet serieus genoeg namen. Nu deden we alles voor dat grotere doel: groepsfase Europees voetbal.”

Toekomst
Buiten begint het zachtjes te regenen; binnen zorgt Gonnie voor een nieuwe ronde thee en koffie. Van Seumeren wijst naar de televisie. “Dat vond ik ook wel een dingetje. Die loting. Dat was toch geweldig. FC Utrecht tussen al die grote clubs. Dan ben ik echt trots op mijn club. Dat gaat veel verder. Dat het stadion eigenlijk altijd uitverkocht is, de sfeer, de resultaten. We hebben een bijzonder jaar meegemaakt. Het liefste willen we niet dat het bijzonder is. Ons doel is om elk jaar Europees voetbal te halen. Daarvoor moeten we nog wel stappen zetten.”

Van Seumeren ziet uitdagingen. “De concurrentie zit ook niet stil. Wij moeten blijven groeien. We hebben veel wedstrijden gespeeld, er is een wisseling geweest in de directie. Dat heeft de club allemaal heel goed opgevangen. De grootste uitdaging, en dat geldt voor vrijwel elke voetbalclub, is de financiële huishouding. Je wilt een sluitende begroting hebben. Voor dit seizoen hadden we al een flinke stap kunnen zetten. Iedereen weet dat wij Souffian El Karouani in Rusland hadden kunnen verkopen. De directie, aandeelhouders en RVC wilden dit niet. Soms moet je kiezen tussen je morele gevoel én geld verdienen. Een club als FC Utrecht heeft soms een financiële klapper nodig, maar je hebt ook een bepaalde verantwoordelijkheid. Als iemand Rusland kent, ben ik het wel. En dus zullen we het op een andere manier moeten doen.”

Er zijn voldoende uitdagingen, zoals Van Seumeren ze noemt. Tegelijkertijd heeft hij vertrouwen in de kopstukken binnen de club. Sportief wordt het lastig om 2025 te evenaren, maar de Grootaandeelhouder is hoopvol. Zijn blik is weer op de achtertuin gericht. “Ik geniet van FC Utrecht. Ja, ik baal van een nederlaag. Dat is niet goed voor mijn hart. Maar hoe mooi is het wat wij voor de stad en de provincie kunnen doen. Een toonaangevende club waar iedereen trots op is. Dat vind ik het allermooiste. Onze club leeft! Vergis je niet: als ik door Woerden of Utrecht loop en het gaat niet goed met FC Utrecht, dan moet ik het overal horen. En als het goed gaat, is iedereen blij. Dat doet FC Utrecht met de mensen. Daar moeten we het voor doen. En dus laten we het in 2026 maar net zo goed doen als in heel 2025. Dat is goed voor mijn gemoedstoestand. Bovendien kan ik dan rustig met Gonnie door onze mooie stad lopen.”