De lentezon schijnt z’n best als op maandagmorgen, twee dagen na een gelijkspel in Stadion Galgenwaard tegen Fortuna Sittard, Quinten Timber het FC Utrecht Topsportcentrum binnenstapt. De middenvelder van de Utrechtse FC heeft, zo bekent hij, flink gebaald van de kansen die hij een uur of 36 geleden miste tegen de Limburgers. “Ik had moeten scoren. Of mijn doelpogingen te wild waren, te onstuimig? Ik denk het wel, ja. Inmiddels heb ik de knop omgezet, maar ik het heeft me het hele weekend dwarsgezeten. Maar ik denk ook: het feit dat ik nu in een dergelijke positie kom, een plek van waaruit ik een doelpunt kan maken, dat is goed. Een jaar geleden kwam ik namelijk niet zo vaak in zo’n positie. En ik heb nu weer tijd om te werken aan dit verbeterpunt; het rustiger worden voor de goal.”
Doelen stellen
Die insteek, die is typerend voor Timber. De 20-jarige Utrechter is voortdurend bezig het beste uit zichzelf te halen. Goed is leuk, maar goed moet beter. “Met de mensen om mij heen stel ik doelen samen. Bijvoorbeeld aan het begin van het seizoen voor die jaargang, of op een nog langere termijn: waar wil je over drie, vier jaar zijn? Je hoeft niet altijd al die doelen te behalen, maar je wil er naartoe werken”, legt Timber uit in de persruimte van het FC Utrecht Topsportcentrum. “Want dan weet je dat je beter wordt. Ik stel dergelijke doelen ook voor een wat kortere termijn. Bijvoorbeeld: je speelt tegen Fortuna Sittard en je wilt een beslissende pass geven, of vijf ballen afpakken. Zo ga je dan een wedstrijd in. Ik ben daar veel mee bezig. De doelen voor de wat langere termijn heb ik opgeschreven op een blaadje en staan in mijn telefoon. En daar werk je dan elke dag weer naartoe. Dat is niet makkelijk, maar wel goed denk ik.”
‘Gegroeid als mens’
De Utrechter neemt een slok van een groene smoothie en vervolgt: “Ik heb op deze manier geleerd te werken door iemand met wie ik heel goed ben, en regelmatig gesprekken voer. Ik vind dat heel fijn, kan het iedereen aanraden. Soms zijn die gesprekken ook heel confronterend. Dan wil je iets misschien niet inzien of toegeven, maar moet je tot de conclusie komen: ja, eigenlijk heb je wel gelijk. Dat gaat overigens niet alleen over voetbal. Ik ben dankzij dergelijke gesprekken ook als mens gegroeid. Dat vind ik belangrijk. Ik denk dat je als je een betere voetballer wil worden, je ook als mens stappen moet zetten. Daar zit ik nu middenin. Leren, dat spreekt me sowieso aan. Ook op school had ik dat. Niet alle vakken vond ik leuk natuurlijk, maar ik vond het leuk om te leren. En dat vind ik nu nog steeds.”
De juiste balans
De middenvelder die bij DVSU begon met voetballen en vervolgens voor Feyenoord en Ajax speelde voordat hij afgelopen zomer neerstreek bij FC Utrecht is de eerste die toegeeft dat het niet altijd meevalt om zo streng voor jezelf te zijn. “Soms is dat lastig, hoor. Vooral als mensen om je heen zeggen hoe goed je bezig bent, is het moeilijk om in je focus te blijven. Daarvoor heb je dan ook weer mensen om je heen, die je scherp houden. Ik vind het lekker om veel van mezelf te vragen, maar soms moet je ook relaxen om de balans te behouden. Of mij dat lukt? Jawel, hoor. En doordat die balans goed is, kan ik goed focussen en vind ik het ook geen probleem als ik tijdens een intensieve periode wekenlang aan het focussen ben. Hoe ik ontspan? Neem nu bijvoorbeeld gisteren. Het was lekker weer. Ik ben wat gaan eten, gaan wandelen en heb daarna thuis op de bank gekeken naar Manchester City - Liverpool. Dan ben ik alweer helemaal opgeladen. Het was een lekkere zondag. Daar kan ik echt van genieten.”
Nooit tevreden
Eén van de plekken waar Timber keihard werkt aan het alsmaar beter worden: het FC Utrecht Topsportcentrum in Overvecht. Een prachtige plek om te werken, vindt de Jong Oranje-international. “We hebben alles hier”, zegt hij over de accommodatie die de A-kern van FC Utrecht afgelopen zomer in gebruik nam. “Het eten is goed, de velden zijn goed, we hebben een supergrote gym, een fijne kleedkamer, een wellnessruimte; alles. Dat zijn allemaal zaken die uitnodigen om eerder te komen en langer te blijven en individueel te werken. En dat is dan weer goed voor je ontwikkeling.”
“Ik ben dit seizoen betrouwbaarder geworden. Als ik mijn spel tijdens de voorbereiding vergelijk met nu, dan is het best snel gegaan. Dat is mede te danken aan Willem Janssen, die ik achter me heb en die me coacht. Ik ben gretiger geworden voor het doel. En ik heb aan inhoud gewonnen. Of ik tevreden ben? Dat ben ik eigenlijk nooit. Ik ben wel blij met mijn ontwikkeling en dat ik zoveel heb gespeeld. En dat ik door te spelen beter kan worden. Het gevoel dat het nog beter kan, is er wel altijd. En dat kan ook. Dus daar gaan we voor. Het zou gek zijn als je denkt: okay, dit is goed genoeg.”