Het is mooi om te zien hoe de muur rondom de gracht van Stadion Galgenwaard steeds voller raakt. Veel verhalen die horen bij de tegels bevatten een emotionele lading, zo ook de tegels van de familie Van Eyk. Op 16 november 2019 verongelukt fanatiek FC Utrecht-supporter en trouw bezoeker van de Bunnikside Jasper, de zoon van Cor en Jeanine. Ter nagedachtenis aan Jasper van Eyk heeft zijn familie maar liefst twee tegels laten zetten langs de sfeertribune in de thuishaven van FC Utrecht.
“Het is voor ons enorm bijzonder om met Jasper zijn zus, schoonzus, opa en oma ons verhaal te mogen doen voor deze rubriek. We weten het ook zeker dat Jasper het een hele eer zou vinden om vereeuwigd te worden op de Grâchmuur”, beginnen Cor en Jeanine van Eyk hun verhaal. Het bleef echter niet bij één tegel, en dat heeft alles te maken met de gedrevenheid van opa Ton, die al heel zijn leven supporter is van FC Utrecht. Hij heeft met zijn enthousiasme Jasper aangestoken met het Utrechtse DNA: “Toen Jasper en ik nog samen naar de wedstrijden gingen, bekeken we die altijd vanaf de Bunnikside. Dan voelde Jasper zich ook altijd heel sterk. Later ging hij vaker met z’n vrienden, maar dan hadden we eigenlijk gedurende de hele wedstrijd contact via de app”, glundert opa Ton. Dat was voor moeder Jeanine een aanleiding om nog een extra tegel te laten plaatsen, zo licht ze toe: “Door opa Ton is Jasper ook supporter geworden, daarom hebben we later ook een tegel besteld als cadeau waarop ze allebei vereeuwigd zijn. Van beide tegels hebben we ook een exemplaar thuis staan.”
Rond de geboorte- en sterfdag van Jasper brengt de familie altijd een bezoekje aan Gedenkpark Daelwijck, om zo ook weer even bij hun geliefde te zijn: “FC Utrecht was een heel groot deel van zijn leven. De herdenkingsdienst die door de club al twee jaar achtereenvolgens wordt georganiseerd is voor ons ook heel waardevol. De betrokkenheid met de supporters maakt deze club ontzettend bijzonder, dat geeft ons als ouders een enorm warm gevoel. Het rood-witte hart zal altijd verweven zijn in ons verdere leven.”