FC Utrecht is een club met een enorme achterban. Een achterban die verder reikt dan Utrecht. In elke provincie van Nederland zitten supporters met het DNA van de club uit de Domstad. Als je in de gracht langs de Zuidtribune loopt, zie je daar ook een tegel hangen van een supporter uit Maastricht. Daar, in een van de zuidelijkste steden die ons land kent, woont Roel van Bijnen: supporter van FC Utrecht!
Voor het ontstaan van de liefde voor FC Utrecht bij Roel (rechts op de foto) moeten we terug naar de vorige eeuw. In 1998 won FC Utrecht in Amsterdam van Ajax, doelpunten kwamen van Michael Mols en John de Jong. De Maastrichtenaar herinnert zich die wedstrijd nog als de dag van gisteren: “Ik was ongeveer twaalf jaar en ik zag op televisie de wedstrijd in Amsterdam en die pot heeft me destijds getriggerd, ik vond dat FC Utrecht wel wat hebben.” Vervolgens werd ook binnen zijn familie bekend dat Roel zich ontpopte als supporter van de Domstedelingen, waarop zijn vader hem niet veel later meenam naar Utrecht, zo licht hij toe: “Mijn vader ging er toen vanuit dat het eerste elftal wel zou trainen, maar dat was helaas niet zo. Toen hebben we aangebeld bij Stadion Galgenwaard en John van Erve (destijds teammanager) liet ons binnen.” Van Erve was onder de indruk dat Roel samen met zijn vader vanuit Maastricht naar Utrecht was afgereisd: “Hij heeft ons vervolgens een rondleiding gegeven door het stadion, waarna we ook onze contactgegevens hebben uitgewisseld. John heeft het FC Utrecht-gevoel nog meer aangewakkerd bij mij, door hem is de liefde voor de club eigenlijk ontstaan!”
Een mooi verhaal waarin Roel puur op gevoel supporter is geworden van een club waar hij door geënthousiasmeerd raakte: “Al mijn vrienden op de basisschool waren vroeger voor clubs uit de gangbare top drie, of voor MVV omdat ze in Maastricht woonden.” Een tegel in Stadion Galgenwaard laten zetten was dan ook een gemakkelijke overweging voor de Limburger: “Ik vond het een mooi initiatief, het is een stukje van jezelf dat je achterlaat in het stadion en dat maakt het extra bijzonder.”