VfL Bochum, dat is eigenlijk voluit: Verein für Leibesübungen Bochum 1848 – Fussbalgemeinschaft e.V.. Inderdaad: dat is een mond vol. En daar zie je het jaartal 1848 staan. Toch stamt de club uit 1938.
In 1848 stond een oproep in een blad, de Märkischer Sprecher, om een turnclub op te richten in Bochum. Die kwam er in 1849, maar omwille van het feit dat de oproep van een jaar eerder dateerde, komt het jaartal 1848 nu nog altijd terug in het logo van de club. Evenals FC Utrecht is VfL Bochum een fusieclub. Het samengaan van drie verenigingen, waaronder de in 1848 opgestarte, resulteerde in 1938 in de oprichting van de club zoals die er nu nog is.
In de 2. Bundesliga pakte VfL Bochum afgelopen seizoen de titel. De blauw-witten hielden onder meer gerenommeerde clubs als Hamburger SV, Fortuna Düsseldorf, FC Sankt Pauli, 1. FC Nürnberg en Hannover 96 op (ruime) afstand. Na elf seizoenen op rij op het tweede niveau van Duitsland keert VfL Bochum dankzij dat kampioenschap deze jaargang weer terug in de hoogste divisie.
De thuishaven van VfL Bochum? Dat is het Vonovia Ruhrstadion. Het oorspronkelijke stadion op die plek werd in 1911 geopend, waarna in 1976 het huidige bouwwerk verrees. Dat werd nadien nog diverse keren opgeknapt en uitgebreid: in 1997, 2003 en 2010. Het stadion biedt plaats aan 27.599 toeschouwers.
Voor VfL Bochum is het duel met FC Utrecht de laatste testcase voordat er om het echie gespeeld gaat worden. De Bundesliga-ploeg speelt in de eerste ronde van de DFB Pokal op zaterdag 7 augustus een uitwedstrijd tegen Wuppertaler SV.
Spelers uit allerlei windstreken hebben emplooi gevonden bij VfL Bochum, dat onder anderen beschikt over spelers uit Brazilië (Danilo Soares), Zwitserland (Saulo Decarli), Griekenland (Vasilios Lampropoulos), Oeganda (Herbert Bockhorn), Costa Rica (Cristian Gamboa), Ghana (Raman Chibsah), Japan (Takuma Asano), de Filippijnen (Gerrit Holtmann), Republiek Congo (Silvère Ganvoula) en Hongarije (Soma Novothny).
Toen in 2016 de supporters van VfL Bochum zich bogen over wat nu het beste elftal van de club aller tijden zou zijn, leverde een online stemming één Nederlander in plekje in dat Hall of Fame-team op: Rein van Duijnhoven. In het seizoen 2003/2004 bleef hij in 13 thuiswedstrijden op rij in totaal 911 minuten zonder tegendoelpunt. Dat record staat – uiteraard – nog altijd in de boeken en zorgde er mede voor dat VfL Bochum dat seizoen zich plaatste voor de UEFA Cup.
Foto: Simon Bierwald / Vonovia