En dan ineens zetten ze ‘m in. De twee vogels in de woonkamer van FC Utrecht-supporter Bianca Miltenburg in Oldenzaal fluiten vrolijk het deuntje van ‘La Cucamarcha’, al sinds jaar en dag de goaltune die wordt gedraaid in Stadion Galgenwaard. Indy en Noah, zoals de gevleugelde kameraadjes van Miltenburg heten, doen het op commando. Maar ook zomaar, als ze er zin in hebben. Zo klinkt La Cucamarcha dus elke dag meermaals in Oldenzaal.
Hoe het kan dat juist daar, op een steenworp afstand van de Duitse grens en een klein kwartier rijden vanaf Enschede, een trouwe supporter van FC Utrecht woont? Een samenloop van omstandigheden en toevalligheden, zo legt Miltenburg uit. “Ik ben altijd voetbalgek geweest”, aldus de 34-jarige in Almelo werkzame bakkerijdocent. “Voordat ik supporter werd van FC Utrecht, was ik idolaat van Arsenal. Ik ben nog op Highbury geweest. Dennis Bergkamp, Patrick Vieira, Fredrik Ljungberg; de gouden generatie was dat. Geweldig.” Een vriendin van de destijds in De Meern woonachtige Miltenburg vond dat ze, voetbalgek als ze was, toch ook echt eens een kijkje moest nemen bij het nabijgelegen FC Utrecht. “Het was FC Utrecht - Ajax. Dan weet je het wel, hè? Meteen verkocht. We wonnen die wedstrijd. Die sfeer, op de Bunnikside: ge-wel-dig! Het was voor mij gelijk raak. Ik dacht: dit wil ik!”
‘EEN DAGJE UIT’
Miltenburg heeft inmiddels al zeventien jaar een Seizoenkaart. Ze maakt deel uit van een vriendengroep van FC Utrecht-supporters uit onder meer Utrecht, Houten, Wageningen en Heukelum. “Die vaste kliek is al jaren bij elkaar. We zien en spreken elkaar niet alleen op wedstrijddagen, maar hebben voortdurend contact. We hebben bijvoorbeeld een groepsapp met elkaar, daarin komt van alles voorbij. Voorheen spraken we ook regelmatig samen wat af, maar ik woon tegenwoordig zo ver uit de richting; dat is lastig.” Sterrenwijk, dat is de stek waar Miltenburg en haar voetbalvrienden elkaar voorafgaand aan de thuiswedstrijden van de FC steevast ontmoeten. “Dat is vaste prik. Dat is nu leuk, maar het oude Sterrenwijk, dat was pas écht mooi. Een oude voetbalkantine, lange tafels, af en toe een zanger die langskwam. Je kent dat wel: lekker ouwehoeren met elkaar, drankje doen, voorbereiden op de wedstrijd. En dan samen naar het stadion. Het is echt een dagje uit.”
ONVOORWAARDELIJKE CLUBLIEFDE
“In mijn beginjaren als Seizoenkaarthouder was het puur het voetbal dat me naar het stadion trok. Maar het is me nu meer om het hele plaatje te doen. Je bent er samen met vrienden op uit, de gezelligheid. Het voetbal zelf is ook leuk, maar het extreme fanatisme is er bij mij op dat vlak wel af”, gaat ze verder. “Maar door het voetbal heb ik de club wel leren kennen, en daarmee ook steeds meer mensen. Dan komt dat hele sfeertje erbij, en ja... Dan kruipt die club in je hart. En dat gevoel, dat laat je niet meer los. Of FC Utrecht inmiddels Arsenal ook op een zijspoor heeft gezet? Ja, helemaal! Al was het voor mij wel erg leuk toen, een jaar of tien geleden, FC Utrecht in Oostenrijk tegen Arsenal speelde. In Graz was dat. Daar ben ik met een door de supportersvereniging georganiseerde busreis naartoe geweest. Kicken was dat, om FC Utrecht tegen Arsenal te zien voetballen. Fantastisch.”
Toch was het niet in Graz tegen Arsenal, maar in Liverpool tegen de plaatselijke FC dat Miltenburg haar mooiste FC Utrecht ‘awayday’ beleefde. “Dat was de allermooiste. Ik kan het me nog zo goed herinneren”, zegt Miltenburg glunderend. “We wonnen in de play-off van Celtic, waardoor we de groepsfase van de Europa League bereikten. Ik zie mezelf nog staan, op de dag van de loting. Ik liep stage in de keuken. Ik was aan de radio gekluisterd, tijdens het trekken van de lootjes. Nou, en toen kwam dus Liverpool uit de koker. Ik ging helemaal uit mijn dak. Meteen iedereen appen, vliegtickets regelen. Kicken. En of we nu uiteindelijk wedstrijdkaarten zouden bemachtigen of niet: gaan zouden we hoe dan ook!”
En inderdaad: ze gingen. “We vlogen vanuit Düsseldorf. Vanwege winters noodweer was het vliegverkeer op de terugweg volledig ontregeld. Ik denk dat we wel zes keer in een vliegtuig hebben gezeten dat uiteindelijk niet vertrok. Liverpool- uit, we waren er daardoor vier dagen voor van huis. Uiteindelijk zijn we met een vliegtuig naar Amsterdam gegaan. Dat de auto in Düsseldorf stond, was even niet belangrijk meer. We stonden al anderhalve dag op het vliegveld daar, we wilden gewoon naar huis! Ik ben vanuit Amsterdam met een treintaxi terechtgekomen in Wageningen, waar ik toen woonde. De auto? Die hebben we een paar dagen later pas opgehaald. Liverpool-uit, het blijft een fantastische herinnering. Het gevoel in dat stadion, en vooraf in de stad en de pub waar we zaten. Die Engelsen geven letterlijk hun hele hebben en houwen op voor hun club. Nu ben ik een diehard, hoor. Maar ik zou mijn huis niet opgeven voor mijn cluppie. Daar doen ze dat wel, hoor! Daar geven mensen hun laatste centjes uit aan hun club. Machtig mooi om te zien, hoe diep die clubliefde daar zit. Ook daarom spreekt Engels voetbal mij zo aan.”
EEN DANKWOORD VOOR DORPSGENOOT TEN HAG
Oldenzaal – Utrecht. Miltenburg legt die weg, onder normale omstandigheden, zeventien keer per seizoen met veel plezier af. “Al combineer ik het naar de wedstrijden van FC Utrecht gaan tegenwoordig wel met het bezoeken van familie, die in Utrecht en omstreken woont”, legt ze uit. “Spelen we op zaterdag, dan slaap ik daarna een nachtje bij mijn ouders en ga ik op zondag naar huis. Spelen we op zondag, dan ga ik eerst bij mijn ouders op de koffie en daarna naar het stadion. De combinatie tussen familiebezoek en voetbal is voor mij heel mooi.”
Iemand die als geen ander de weg van Oldenzaal naar Utrecht en vice versa kent, is oud-speler en voormalig trainer/coach van FC Utrecht Erik ten Hag. “Die ben ik hier in het dorp al een aantal keer tegengekomen”, vertelt Miltenburg aan haar keukentafel. “Laatst nog, bij de visboer. Ik zat er te eten, en hij met zijn gezin ook. Of ik hem dan aan zijn mouw trek en over voetbal begin? Nee, joh. Dat vind ik zo ongemakkelijk. Maar als het toevallig ter sprake zou komen, dan zou ik hem graag willen bedanken voor een fantastische tijd bij FC Utrecht. Zo’n goede trainer als Erik ten Hag hebben we, vind ik, lang niet gehad. Hij heeft FC Utrecht aan het voetballen gekregen. Goed voetbal, hè! Wat vond ik het jammer dat hij vertrok. Ik denk dat we prijzen hadden kunnen pakken onder zijn leiding. Er zat een goede visie achter. Een fantastische trainer.”
Indy en Noah roeren zich weer. De fotograaf komt binnen en hij wordt getrakteerd op La Cucamarcha. Hij weet direct: hier woont een échte FC Utrecht- supporter.