Hoe raakt een inwoner van Den Helder verknocht aan FC Utrecht?
Michel Schrijen: “Ik zal het je sterker vertellen: ik kom oorspronkelijk uit Sittard. Daar ben ik geboren en getogen, voordat ik een jaar of twintig geleden vanwege mijn werk naar Den Helder ben verhuisd. Sinds 1998, en tot 2016, heb ik bij de marine gewerkt. Bij FC Utrecht kwam ik al toen ik nog niet bij de marine zat. Ik denk dat ik voor het eerst ging toen ik een jaartje of twaalf was. Een oom van mij nam me mee naar Stadion Galgenwaard. Ik ging, en ik bleef gaan.”
En nooit overwogen om, al was het maar vanwege het feit dat die club nu eenmaal bij jou om de hoek lag, Fortuna Sittard te supporteren?
“Dat was voor mij een meer logische en eenvoudige keuze. Maar Fortuna, dat was het gewoon niet voor mij. Ik ben er weleens geweest, hoor. Maar de beleving in Utrecht was zó anders. Dat trok mij. Die sfeer in de oude Galgenwaard, zelfs al zaten we er maar met een paar duizend mensen; bijzonder. Hoe zal ik het zeggen? Er gebeurde daar van alles, haha. En dat vond ik op die leeftijd machtig interessant.”
Wel een duur geintje, zeker voor een jonge knaap; elke twee weken met de trein vanuit Sittard op en neer naar Utrecht.
“Met het geld dat ik met een krantenwijkje verdiende, kon ik mijn kaartjes voor de trein en voor de wedstrijden van FC Utrecht betalen. Onderweg naar zo’n wedstrijd kwam ik een keer een mede-supporter tegen, Marcus van den Heuvel. We raakten aan de praat en zijn sindsdien vaak samen naar de wedstrijden gegaan. Dat was erg gezellig.”
En toen verhuisde je naar de kop van Noord- Holland...
“Bij de marine kreeg ik aan boord een collega die ook altijd naar FC Utrecht ging: Bram Bergveld. Hij is helaas in 2009 bij een noodlottig ongeval in Nieuw-Zeeland om het leven gekomen. Tegenwoordig bezoek ik de wedstrijden met vrienden uit Culemborg. Daar kwam Bram vandaan. Hij was de link tussen mij en die jongens uit Culemborg. We hebben samen een tegel in de Grâchmuur gekocht ter nagedachtenis aan Bram.”
Dat is heel mooi en bijzonder. En Stadion Galgenwaard is nu dus de ontmoetingsplek voor jou en je Culemborgse vrienden?
“Ja, en met het gezamenlijk bezoeken van de wedstrijden bedoel ik natuurlijk niet de reis naar het stadion toe. Die maak ik vanuit mijn woonplaats Den Helder, waar ik na mijn tijd bij de marine ben gebleven. Ik werk tegenwoordig als conducteur bij de NS. Dus voor een treinritje van Den Helder naar Utrecht draai ik mijn hand niet om, haha. Een mooie job, hoor, conducteur zijn. Al betekent het soms ook dat ik moet werken op een dag waarop FC Utrecht speelt. In dat geval moet ik de wedstrijd dus overslaan; het is niet anders.”
Jij hebt daar vanuit jouw verleden bij de marine natuurlijk wel ervaring mee, met het moeten missen van wedstrijden. Hoe is het om FC Utrecht- supporter te zijn terwijl je midden op een grote oceaan vaart?
“Je zit dan met heel veel mensen op zo’n schip die allemaal voor andere clubs zijn. Op sommige dagen, als FC Utrecht heeft gewonnen, is dat heel leuk. En op andere dagen is het heel vervelend, want dan heb je allerlei mensen om je heen wiens cluppie in tegenstelling tot FC Utrecht wel heeft gewonnen, haha. En je kunt niet even weg, je zit op een schip aan de andere kant van de wereld. Soms wel zes maanden, en je zit 24 uur per dag op elkaars lip. Of dat heftig is? Dat valt reuze mee, hoor. Het is leuk. Maar je moet het wel van jongs af aan gewend zijn. Ik ben zes keer richting het Caribisch gebied geweest, in Azië richting Japan, voor de kust van Somalië voor anti-piraterijmissies; te veel bestemmingen om op te noemen.”
Met de technologie van nu kan ik me voorstellen dat je de verrichtingen van je club dan nog redelijk goed kunt volgen. Maar hoe was dat destijds?
“Je krijgt er dan heel weinig van mee. Toen ik bij de marine begon, kreeg je ’s avonds in het scheepskrantje wat uitslagen en wedstrijdverslagen door. Dan wachtte je daar in spanning op en dan kon je zien wat FC Utrecht had gedaan. Toentertijd werden door de ontspanningscommissie ook videobanden met de samenvattingen van de wedstrijden opgestuurd, en zo kon je dan toch af en toe bewegende beelden zien van je team. En nee, dan was het niet zo dat je daags na een wedstrijd die beelden al had. Daar gingen soms, afhankelijk van waar je was, weken overheen.”
En toch behield jij, bij wijze van spreken al dobberend in de zee voor de kust van Somalië, jouw band met FC Utrecht?
“Ja, maar van veraf. Die verloren bekerfinale tegen Ajax, met die buitenspelgoal... Toen zat ik op Kreta. Alles geprobeerd om de wedstrijd live te kunnen volgen, maar dat was niet gelukt. Achteraf gezien maar goed ook, want ik was er alleen maar chagrijnig van geworden.”
Heb je jouw werk bij de marine ooit kunnen combineren met je passie voor FC Utrecht?
“Jazeker! Die legendarische wedstrijd tegen FC Groningen, die met 6-0 werd gewonnen waardoor FC Utrecht na jaren weer eens Europa in ging, die heb ik dankzij heel veel geluk kunnen bijwonen. We lagen met de boot in Noord-Duitsland, ik meen in de haven van Kiel. Dat weekend hadden we vrij. Ik heb vanuit Duitsland de dag voor de wedstrijd een treinreis gemaakt naar Limburg, naar mijn familie. Daags erna in alle vroegte vanuit Sittard naar Utrecht, naar die wedstrijd. Nou, en we wonnen ‘m met 6-0 zeg! Ik kon daarna nog heel kort naar de grachten toe, waar het feest was. Daarna moest ik als een speer weer terug naar Kiel, waar ik diezelfde avond aan boord moest omdat we de ochtend erna weer gingen varen. Ik ben zo blij dat ik die trip toch heb ondernomen. Het was heel wat uren reizen, maar dat was het dubbel en dwars waard!”