“Aan de ene kant is het heel moeilijk om nu al de teleurstelling van gisteren los te laten”, aldus Van den Brom vanuit de vertrekhal van Mostar Airport, amper 14 uur na de Europese uitschakeling. “Aan de andere kant weet je ook dat de eerste wedstrijd al snel op het programma staat. Je hebt eigenlijk geen tijd om teleurgesteld te zijn. Het is nu aan ons als staf om al die koppies, die nu omlaag staan, omhoog te pushen. Zodat we er zondag weer staan voor hopelijk een heel mooie competitiestart.”
“Fysiek is het een aanslag geweest. Daar zijn we op getraind en voor getraind”, vertelt de oefenmeester. “Vanuit de medische staf was er geen commentaar over jongens die een blessure hebben overgehouden aan de wedstrijd van donderdagavond, dus dat is positief. Natuurlijk is ook direct na die wedstrijd het herstel ingezet om zo goed mogelijk klaar te zijn voor zondag. Mentaal is het heel lekker om snel weer te kunnen spelen. We moeten nu de knop omzetten. Wat gebeurd is, is gebeurd. Ik ben er ook ziek van, maar net aan tafel ging het alleen nog maar over ADO-uit.”
“Dit zijn wij niet gewend. Dat is het mooie ook van Europees voetbal. Je komt in andere landen en culturen. Bij clubs die op een heel andere manier werken dan wij gewend zijn te werken. Daar gelden andere wetten”, gaat Van den Brom in op de sfeer en faciliteiten in het Bijeli Brijeg Stadion, waar FC Utrecht bepaald geen hartelijk onthaal kreeg. “Dat maak je in de competitie niet mee. De Haagse wetten? Ja, die ken ik. We hebben ADO Den Haag in kaart gebracht. Zij zullen blij zijn dat we 120 minuten hebben gespeeld. Maar dat mag geen probleem zijn. Onze jongens zijn topfit. Vanuit daar gaan we de slag aan zondag.”