Ook voor Jong FC Utrecht zit het seizoen erop. Na een teleurstellende positie op de eindrangschikking vóór de winterstop, herstelde de ploeg van trainer/coach Robin Pronk zich na de winterbreak in Divisie B. Met de titel in deze competitie als resultaat. FCUtrecht.nl sluit het seizoen af met de oefenmeester van het beloftenteam van FC Utrecht.
“Het gaat bij de beloftenploeg om twee grote componenten die je kunt onderverdelen”, zegt Pronk, gevraagd terug te blikken op het voetbalseizoen. “Deels kijken we naar de prestaties. De uitslagen; de harde cijfers. Daarnaast moet je kijken naar de doorstroom. Wat is ons rendement naar het eerste elftal geweest? De doorstroom, die is vrij goed geweest dit seizoen. Jeff Hardeveld is aangehaakt, evenals Sofyan Amrabat. Gyrano Kerk en Rodney Antwi hebben in het begin van het seizoen hun aandeel gehad en bepalend geweest. En Bart Ramselaar is natuurlijk een goed voorbeeld. Begonnen in O19 en na een korte fase bij Jong FC Utrecht vrij snel door naar het eerste elftal.”
Terug naar de cijfers, component één. “Ruim voldoende”, is Pronk duidelijk. “Niet goed. Niet zeer goed. Maar, ruim voldoende. Hadden we voor de winter de A-poule gehaald en hier eerste, tweede of derde geworden, dan hadden we kunnen spreken van goed of zeer goed. Dat is niet het geval geweest.”
Mislopen Divisie A
In de competitie vóór de winterstop moest Jong FC Utrecht zijn meerder erkennen in de beloftenploegen van Vitesse (de latere kampioen van Nederland), AZ en Heracles Almelo. Pronk weet waar het fout ging. “We hebben het met name laten liggen in de beginfase. Daarin verlies je drie keer op rij. Heracles-uit. AZ-uit. Vitesse-thuis. Drie sterke tegenstanders. In Almelo verloren we verdiend, maar tegen AZ kwamen we nota bene met 0-3 voor. Alleen verliezen we die wedstrijd in de extra tijd nog met 4-3. Dat zijn cruciale momenten.”
Winnen Divisie B
Ondanks dat Jong FC Utrecht werd veroordeeld tot Divisie B, trof het een sterk bezette competitie. “ADO Den Haag, FC Groningen, PEC Zwolle, FC Dordrecht, allemaal Eredivisie. Een aardige poule. Wel hebben we direct tegenelkaar gezegd: ‘we willen deze competitie winnen’”, kijkt Pronk terug. En zo geschiedde. “Met FC Groningen hebben we gestreden voor de koppositie. In december klopten we hen in een heel goede wedstrijd met 4-2. Uit werd het 1-1. Daaromheen hebben we alles, op twee na, gewonnen. En, belangrijk, heel goede wedstrijden gespeeld. De laatste wedstrijd in het stadion, was een hoogtepunt voor de jongens, maar ook voor ons als staf. Er was veel aandacht voor en er was meer publiek dan te doen gebruikelijk bij een beloftenwedstrijd. Dat maakt zo’n wedstrijd extra speciaal.”
Leerzame oefenduels
In aanvulling op het geringe aantal competitieduels dat Jong FC Utrecht speelde, werd gedurende het seizoen een groot aantal oefenwedstrijden gespeeld. Tegen clubs uit binnen- en buitenland. “Wij zijn van mening dat het goed is voor jonge spelers om uit te komen tegen oudere jongens, maar ook tegen ploegen die verschillende speelstijlen hanteren. Daarom kozen we ervoor om tegen Fortuna Düsseldorf en Racing Genk te oefenen, maar ook tegen de eerste elftallen van bijvoorbeeld FC Eindhoven, FC Oss en Excelsior. Dit waren voor ons leerzame duels, waarin we goed voor de dag kwamen.”
Stimulans
De teleurstelling van het mislopen van Divisie A werd snel weggespoeld door beloften van FC Utrecht. “Winnen is een goed medicijn, dat geldt op elk niveau”, weet Pronk, die zag dat het met de motivatie in de ploeg wel goed zag nadat de stijgende lijn werd ingezet. “Door veel te evalueren op teamniveau en op individueel en linieniveau, houd je spelers scherp. Door dat steeds goed te doen, doelen te stellen en jongens te beoordelen krijg je een proces met spelers en een team waarbinnen iedereen zich ontwikkelt.” Daarbij komt dat spelers, ieder voor zich, in de eindfase van het seizoen een extra doel voor ogen hebben. “Vóór 1 april hebben we een aantal jongens moeten vertellen dat we niet men hen doorgaan. Zij hadden er belang bij een nieuwe club te vinden, door te presteren. De komst van een nieuwe hoofdtrainer draagt eraan bij dat jongens die volgend jaar nog wel voor FC Utrecht spelen zich in de kijker willen spelen. Bij hem, maar ook bij mij. Zij weten dat ik mijn advies uitbreng richting de staf van het eerste elftal. Al met al hebben we dit seizoen een heel gemotiveerde en gretige selectie gehad. Het gehele seizoen, maar zeker ook in de eindfase.”