Trainer/coach Robin Pronk van Jong FC Utrecht legt de sportieve lat hoog voor zijn team. Een plek afdwingen in Divisie A is het eerste doel. FCUtrecht.nl sprak uitgebreid met de oefenmeester van de Utrechtse beloftenploeg. Over professionaliteit, de top van Nederland, sportieve uitdagingen en zelfvoorzienend worden.
"We zijn nu drie weken bezig. Alles verloopt naar wens. Als je kijkt naar wat de doelen zijn die per week zijn gesteld, lopen we op schema. De jongens worden fitter en sterker", constateert Robin Pronk, trainer/coach van Jong FC Utrecht, tot zijn tevredenheid in het restaurant van een hotel in Garderen, waar hij met zijn ploeg verblijft voor een vierdaags trainingskamp. "En in algemene zin hebben we als technische staf dingen duidelijk kunnen maken: hoe willen we spelen, hoe gedragen spelers zich, hoe communiceer je? Het grote voordeel voor ons, als staf, is dat veel van deze jongens al enige tijd binnen de FC Utrecht Academie actief zijn. Ze hebben allemaal een bepaald basisniveau. En daarin zijn we, dat durf ik best te stellen, stukken verder dan een paar jaar geleden. Ik beschik over bijna twintig jaar ervaring in de top van het jeugdvoetbal, dus weet wat er te koop is op dat vlak. Bij FC Utrecht werken we op een heel hoog niveau. Tactisch, maar ook fysiek. De FC Utrecht Academie heeft de aansluiting gevonden met de top van Nederland."
Professionaliteit hoog in het vaandel
"FC Twente, AZ, sc Heerenveen. In dat rijtje wil ik FC Utrecht graag plaatsen als het gaat om het opleiden van spelers. En dan zitten we daarin ook nog aan de bovenkant, denk ik. Dat was een jaar of zeven geleden echt nog niet het geval, hoor", is Pronk stellig. "We hanteren binnen de academie, en zeker ook bij Jong FC Utrecht, een professionele werkwijze. Een trainingskamp zoals dit maakt daarvan deel uit. Zeker bij de Onder 19 en de beloftenploeg wordt ook het winnen een belangrijk onderdeel van het opleidingsproces. Léren winnen. Kijk naar deze ochtend. Dan doen we een zogeheten scenariotraining: 'het staat 0-1, we hebben nog tien minuten te gaan. Zorg dat je die gelijkmaker scoort'. Dan ben je dus heel bewust bezig met winnen, met resultaat boeken. Daarnaast zijn we natuurlijk bezig met het individueel ontwikkelen van de spelers."
Streven naar het hoogst haalbare
De optelsom is kinderlijk eenvoudig; een topopleiding, een professionele werkwijze: dit Jong FC Utrecht kan onmogelijk voornemens zijn een bijrol te spelen in de film die Beloftencompetitie heet. "Wij willen op een zo hoog mogelijk niveau spelen", klinkt het resoluut uit de mond van Pronk. "Want hoe hoger je speelt, des te meer weerstand krijg je. En des te beter is dus je leermoment als talentvolle speler. Daar gaat het uiteindelijk allemaal om. Jong FC Utrecht moet voor spelers uit de eigen opleiding fungeren als een brug die leidt naar het eerste elftal. Wij, als technische staf van de beloftenploeg, moeten ervoor zorgen dat we jongens kunnen afleveren aan het eerste elftal. Dat is voor ons allemaal een heel mooie uitdaging."
'Een interessante competitie'
En die uitdaging is des te leuker als er dus in de voorrondefase van het seizoen een topklassering en de daarbij behorende stek in Divisie A kan worden afgedwongen, weet Pronk. "De uitdaging op dat vlak is om vanaf het begin met de sterksten mee te doen. Dat wordt een behoorlijke klus, hoor. Want met onder meer Jong Vitesse, Jong AZ en Jong Heracles treffen we al in de voorronde sterke tegenstanders. Jong Go Ahead Eagles kan ik moeilijk inschatten; die hebben hun beloftenteam pas net weer opgestart. En op papier is Jong Fortuna Sittard natuurlijk de underdog. Al met al wordt de voorronde een interessante competitie."
Goede opzet, ruimte voor verbetering
"Binnen wat er mogelijk is, vind ik dit een goede opzet", zegt Pronk over de competitiestructuur voor de beloftenteams. Vorig seizoen was dat een doorn in het oog van velen: er waren evenveel vrije weken, als weken waarin een wedstrijd werd gespeeld. De beloftenteams leken een beetje tussen de wal en het schip te vallen en kwamen uit in een competitie die amper serieus te nemen was, qua opzet dan toch. "Het voordeel van de voorrondefase is dat je de komende maanden allemaal speelt om je ergens voor te plaatsen. Er is voor alle teams iets te winnen en iets te verliezen. Dat komt het niveau ten goede en zorgt ervoor dat er van de spelers meer wordt gevraagd. Maar in mijn ogen blijft een Tweede Divisie wel het ideale scenario. Ik snap de haken en ogen best wel. Maar een Tweede Divisie, waarin beloftenteams en topamateurploegen elkaar treffen, zorgt voor meer strijd en dus een grotere uitdaging voor de spelers. En dat je dan kunt promoveren en degraderen, is toch niet meer dan logisch? Dat zijn nu typisch kenmerken die horen bij een competitie-element en daar streef je in de topsport naar."
'Zelfvoorzienend worden'
Dat het van het allergrootste belang is om als voetbalclub veel aandacht te schenken aan je eigen jeugdopleiding, acht Pronk ondertussen wel bewezen. "Kijk naar Feyenoord, dat in zijn eerste elftal veel jongens heeft uit de eigen opleiding, die op het WK zich ook heel goed staande houden", noemt de oefenmeester een actueel voorbeeld dat zijn zienswijze kracht bijzet. "Wij moeten bij FC Utrecht onze jeugdspelers op een dusdanig niveau krijgen dat we geen jonge talenten meer voor ons eerste elftal hoeven te halen van buitenaf. Het eerste elftal voortdurend voorzien van goede spelers, dat is wat we moeten doen. Nu kijken we mijns inziens nog te snel bij andere clubs, als we een speler zoeken. We moeten toe naar een moment waarop we, als er een speler wordt gezocht, direct kunnen putten uit de eigen opleiding. Zelfvoorzienend worden, noem ik dat. Je leidt de spelers dan zelf op volgens je eigen filosofie en speelwijze, dat is punt één. En punt twee - kijk maar naar Feyenoord - is dat je ze dan, nadat ze van waarde zijn geweest in je eerste elftal, kunt verkopen."