Heb jij te maken gehad met verbaal, non-verbaal of fysiek gedrag, waarbij er voor jou een grens is overschreden? Denk hierbij aan een trainer die discriminerende opmerkingen maakt over de huidskleur van een (jeugd)speler of een trainer die alleen maar schreeuwt naar je wat je allemaal fout doet. Of een collega die zijn/haar hand op je bil heeft gelegd en seksuele opmerkingen maakt. Er is iets gebeurd, waardoor jij je onveilig, verdrietig en niet op je gemak voelt. Dit kan alleen maar opgelost worden als je dit meldt.
In welke vorm dan ook je te maken krijgt met grensoverschrijdend gedrag, als je de volgende stappen volgt dan helpt dat om dit op te lossen:
Stap 1: Signaleren
Erken het onprettige gevoel bij jezelf. Iemand kan een grens bij je overschrijden. Dit kun je lichamelijk voelen door onder meer een raar gevoel in je buik of verbaal door onder meer een agressieve reactie. Vaak reageert je lichaam ook met de zogenaamde ‘fight/flight/freeze-reactie’. Dit houdt in dat je tegen het gedrag vecht middels een reactie, of ervoor vlucht, of niet weet wat te doen of te zeggen. Door deze reactie reageer je anders/niet dan dat je achteraf graag had gedaan. Neem dit gevoel serieus en volg de verdere stappen om dit op te lossen.
Stap 2: Vastleggen & Melden
Bouw een dossier op en verzamel bewijsmateriaal, zoals appjes of mailtjes. Doe een melding via het formulier onderaan de pagina. Beschrijf hierin wat er wanneer is gebeurd. Wat is er gezegd; wat heb je zelf gevoeld?
Stap 3: Steun en support zoeken
Zoek steun bij een teamgenoot, collega of vriend(in). Je hebt een vervelende ervaring en voelt je onprettig, waardoor het fijn is om dit met iemand te bespreken en gesteund te worden. Vraag ook om zijn/haar gevoel bij de situatie en bespreek het met je leidinggevende/trainer of de vertrouwens(contact)persoon.
Stap 4: Aanspreken
Waarschijnlijk de moeilijkste stap, maar wel de meest doeltreffende. Spreek de ‘dader’ aan. Dit kun je zelf doen door voorbeelden te geven van zijn/haar gedrag, waarbij jij je onprettig voelde. Leg ook uit wat dat gedrag met jou deed en hoe je het graag anders ziet. Dit kan ook gedaan worden door de vertrouwens(contact)persoon.