FC Utrecht sluit recordjaar 2017 af in het Rat Verlegh Stadion. De Utrechters nemen het daar morgen (zaterdag) op tegen NAC Breda. FCUtrecht.nl sprak met trainer/coach Erik ten Hag over het treffen met de Bredanaars.

Een jaar zo goed als 2017 draaide FC Utrecht nog nooit. Stond het oude puntenrecord op 64 (neergezet in 2001, toen FC Utrecht 35 competitiewedstrijden speelde), dit jaar heeft de teller de 65 al aangetikt. Er is nog één kans dat record verder aan te scherpen. Die kans is morgen, in het Rat Verlegh Stadion. “Professioneel voetbal gaat niet alleen om geld, maar ook om de eer. We hebben dit jaar iets bijzonders neergezet en we willen dit jaar goed afsluiten. Het doel het puntenrecord verder aan te scherpen, dat is brandstof voor de ploeg.”

Tevredenheid bewaren tot volgende week
‘Tevredenheid leidt tot luiheid’, is één van de uitspraken die Ten Hag zo typeert. Ook nu kan die worden gebezigd. Immers: 65 punten is mooi, maar het kúnnen er 68 worden. En dus moet dat het streven zijn. “Tevreden zijn kunnen we wel tijdens de laatste week van dit jaar, als er geen wedstrijden meer gespeeld worden. Tevredenheid leidt inderdaad tot luiheid; als wij nu achterover leunen, gaat het niet lukken morgen in Breda, tegen een voor elk punt knokkend NAC, een goed resultaat neer te zetten.”

‘Revanchegevoelens’
En dus, zo concludeert Ten Hag: “We moeten morgen in Breda vol aan de bak.” Eerder dit seizoen bleef FC Utrecht in Stadion Galgenwaard op 2-2 steken tegen de Brabanders. ‘Twee punten verspeeld’, was toen de conclusie in Utrecht en omstreken. Punten die op de ranglijst nog wel eens goed van pas kunnen komen aan het einde van de rit. Punten die het record, bovendien, nóg scherper hadden kunnen stellen. “In dat opzicht zijn er wel revanchegevoelens, ja”, aldus Ten Hag.

Niet loslaten
FC Utrecht kende een uitermate intens(ief) 2017. Als langste speelde de ploeg door in seizoen 2016/2017, als eerste begonnen de Utrechters – vanwege de Europa League-voorrondes – aan de jaargang 2017/2018. “Of de groep morgen nog één keer alles kan geven? Dat is een zaak van het hoofd. Fysiek staat het team er goed op. Behoudens de langdurig geblesseerden, hoop ik in Breda op iedereen een beroep te kunnen doen. We zitten in een goede reeks, we zitten er goed op. Wat we nog moeten leren, is het killen van wedstrijden. Het gebeurt te vaak dat we de tegenstander bij de strot hebben, maar dan niet doorbijten. Dan laten we nog wel eens los. Eerst moeten wij ons in deze winnende positie brengen en hopelijk hebben wij in dat geval geleerd van de lessen!”