Jong FC Utrecht maakt vanavond (maandag) een begin aan de tweede fase van het seizoen. De voorrondecompetitie is afgesloten, Divisie B staat op het punt van beginnen. FCUtrecht.nl maakte met trainer/coach Robin Pronk van de Utrechtse beloftenploeg de tussenbalans op.

“Hoge weerstand. Wisselvallig.” Trainer/coach Robin Pronk van Jong FC Utrecht typeert, desgevraagd, de eerste helft van het seizoen van zijn ploeg in drie woorden. “We speelden in een sterke voorrondepoule. Als je kijkt naar de budgetten van de clubs, dan kom je uit op de ranglijst zoals die uiteindelijk ook is geworden. Met Jong Vitesse, Jong AZ en Jong FC Utrecht als top drie, en daar onder Jong Heracles Almelo en Jong Go Ahead Eagles. Met vervolgens op enige afstand Jong Fortuna Sittard.”

Ontwikkeling doorgemaakt
“Wij zaten niet ver af van Jong AZ”, gaat Pronk verder. “De uitwedstrijd die we tegen die ploeg speelden, waarin we met 0-3 aan de leiding gingen en uiteindelijk met 4-3 verloren, is cruciaal geweest voor de eindrangschikking. Dat we tijdens de tweede helft van de competitie veel meer punten pakten dan in het eerste gedeelte, zegt wel wat over de groei die de ploeg heeft doorgemaakt. We speelden meer volwassen. Het is mooi om te zien dat het team zich ontwikkelt, en de spelers individueel ook een ontwikkeling doormaken.”

‘Té snelle doorstroming niet goed’
De stap maken van Jong FC Utrecht naar de A-selectie. Dát is waar het om gaat, stelt Pronk. “Dat is waar je het voor doet. Het streven is om binnen nu en de aankomende zomer twee jongens te kunnen afleveren aan de A-selectie. Als er een speler vertrekt, is het idealiter zo dat we niet per definitie de transfermarkt op moeten, maar kunnen putten uit de selectie van Jong FC Utrecht. Ik denk dat er op dit moment een aantal jongens zijn die dicht tegen een plekje in de A-selectie aan zitten. Maar té snelle doorstroming is niet goed. In het verleden is dat bij FC Utrecht wel eens gebeurd. Nu hebben we voortdurend overleg met de staf van de beloften, de staf van het eerste elftal, Edwin de Kruijff en Henny Lee. Soms schuiven we een speler bewust nog niet door, maar laten we hem deel uitmaken van het proces waar we met Jong FC Utrecht in zitten. Het gaat er altijd om: wat is goed voor de speler?”

Van ‘ruim voldoende’ naar ‘goed’
Jong FC Utrecht eindigde in de voorrondecompetitie als nummer drie en komt de rest van het seizoen uit in Divisie B. “Als ik nu een label op de prestaties tot nu toe zou moeten plakken, zou dat ‘Ruim voldoende’ zijn. De vraag is nu: ‘Hoe maken we daar ‘Goed’ van?’ We moeten stabieler worden, minder tegendoelpunten krijgen. Divisie B moeten we willen winnen. Leren winnen, ook dat is een facet dat bij de ontwikkeling van spelers komt kijken. Dat we nu in Divisie B weer ergens om spelen, is wat dat betreft goed. Het vergt van spelers een bepaalde strijd en wekt een spanningsveld op. Tot nu toe hebben we 17 wedstrijden gespeeld; oefenduels inbegrepen. We hebben 27 punten gescoord, maar het onszelf met oefenwedstrijden nooit gemakkelijk gemaakt door sterke tegenstanders uit te zoeken zoals de eerste elftallen van FC Eindhoven en Fortuna Düsseldorf. Dan zeg ik: qua resultaat zijn we op het niveau waar we moeten zijn. Haal je in de Eredivisie 27 punten in 17 wedstrijden, dan sta je halverwege het seizoen immers mooi in het linkerrijtje. Dan presteer je wat dat betreft dus conform de doelstelling van het eerste elftal.”

Haal je de trein of de Eredivisie?
“Ik wil dat jongens altijd het maximale geven. Dat doen ze op het veld in de groeps- en teamtrainingen ook. Maar er is méér. ‘Wil je de Eredivisie of de trein halen?’, is dan het credo”, vertelt de oefenmeester van de beloftenploeg. “Dus: ga je na een veldtraining nog even zelf door, ga je het krachthonk in, of ga jij liever je trein halen? De jongens spiegel ik voor dat ze ook altijd het maximale uit zichzelf halen. Voor sommigen kan dat uiteindelijk een stap naar een Jupiler League-club zijn. Voor anderen is dat de A-selectie van FC Utrecht. Wij bieden ze een uitstekend podium, hoe dan ook, en daarvan moeten ze gebruik maken. De keuze is aan de spelers. Ga je nog even die extra twintig minuten door, of doe je dat niet?”

Professionele werkwijze
“Als club maken we goede stappen”, stelt Pronk. “We werken professioneel. Hans van de Haar en Ab Plugboer, die individueel met spelers aan de slag gaan. Ruud Heus, die ontwikkelingsgesprekken met de spelers voert. Stefan Postma, die heel veel in detail treedt met de keepers. De teammanager, René van der Linden, die met de jongens spreekt over hun situatie. Dat is erg belangrijk. Stabieler worden, is nu het doel. Tot nu toe scoren we een ruime voldoende, maar in topsport streef je naar ‘goed’ en ‘zeer goed’.”